In deze tweede editie van Zuidzee buigt stedenbouwkundige en fotograaf Raf Ilsbroekx zich over onze stadslandschappen, die sinds de twintigste eeuw gedomineerd zijn door de komst van de auto. Smalle straten, steegjes en pleinen maakten plaats voor brede autowegen, bruggen, tunnels en parkeerplaatsen. Vandaag zien we opnieuw een kentering in de mobiliteit en de vormgeving van de stad. De auto verliest meer en meer terrein ten voordele van nieuwe en zachtere vormen van mobiliteit.
Aan de hand van een semiotische analyse van het auto-infrastructuurlandschap en een foto-essay van de auto-infrastructuur in een tiental Europese steden onderzoekt Ilsbroekx de verschillende strategieën waarmee we vandaag omgaan met het auto-infrastructuurlandschap. Ilsbroekx breekt een lans voor de intrinsieke kwaliteiten van dit landschap en pleit ervoor om, nu een nieuwe mobiliteitstransitie zich voltrekt, de verguisde autolandschappen niet zonder meer weg te vagen, maar ze om te vormen tot nieuwe stedelijke figuren.
In deze tweede editie van Zuidzee buigt stedenbouwkundige en fotograaf Raf Ilsbroekx zich over onze stadslandschappen, die sinds de twintigste eeuw gedomineerd zijn door de komst van de auto. Smalle straten, steegjes en pleinen maakten plaats voor brede autowegen, bruggen, tunnels en parkeerplaatsen. Vandaag zien we opnieuw een kentering in de mobiliteit en de vormgeving van de stad. De auto verliest meer en meer terrein ten voordele van nieuwe en zachtere vormen van mobiliteit.
Aan de hand van een semiotische analyse van het auto-infrastructuurlandschap en een foto-essay van de auto-infrastructuur in een tiental Europese steden onderzoekt Ilsbroekx de verschillende strategieën waarmee we vandaag omgaan met het auto-infrastructuurlandschap. Ilsbroekx breekt een lans voor de intrinsieke kwaliteiten van dit landschap en pleit ervoor om, nu een nieuwe mobiliteitstransitie zich voltrekt, de verguisde autolandschappen niet zonder meer weg te vagen, maar ze om te vormen tot nieuwe stedelijke figuren.