In de negentiende-eeuwse debatten over stijl, waarheid, karakter, esthetiek, onderwijs, ambacht en het vak van architect voerde J.H. Leliman (1828-1910) vaak het hoogste woord.
Hij formuleerde zijn gedachten in een periode waarin nieuwe ontwikkelingen in de bouwkunst ervoor zorgden dat er in Nederland volop werd gepubliceerd en gediscussieerd over de architectuurgeschiedenis, het beroep van architect en het onderwijs. Leliman mengde zich gretig in de debatten die vaak waren geïnitieerd door de nieuwe instituten: de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst en het genootschap Architectura et Amicitia. De ideeën die Leliman daar uitsprak, zijn zeer vooruitstrevend te noemen. Na een studiereis door België en een opleiding in Parijs aan het befaamde atelier van de Franse architect Henri Labrouste, bracht Leliman een nieuwe ontwerp-methode naar Nederland: het eclecticisme. Zijn ideeÎn over deze vrije benadering van de toepassing van stijlelementen zou hij zowel in geschriften en lezingen als in zijn bouwwerken uitdragen. Leliman bleef de buitenlandse ontwikkelingen op de voet volgen. In de eerste Nederlandse tijdschriften voor architecten, Bouwkundige Bijdragen en De Opmerker deed hij verslag van West-Europese bouwkundige ontwikkelingen, archeologische ontdekkingen, prijsvragen, tentoonstellingen, congressen en nieuw verschenen vakliteratuur. Op zijn initiatief werd een driedelig plaatwerk uitgegeven, het Album, Verzameling van bouwkundige schetsen en ontwerpen, waarin met name onuitgevoerde ontwerpen van negentiende-eeuwse Nederlandse architecten waren opgenomen.
Met deze initiatieven wilde Leliman zijn collega-architecten onderwijzen en de uitwisselingen van ideeën bevorderen, bij gebrek aan een Nederlandse opleiding in de bouwkunst. Leliman zette zich in zijn lezingen en publicaties steeds in voor de noodzaak van een goede opleiding tot architect, zoals die in het buitenland al wel bestond. Lelimans gebouwde oeuvre is in vergelijking tot zijn theoretische bijdragen veel minder omvangrijk. Na het winnen van een aantal prijsvragen legde hij zich met name toe op het ontwerpen van woonhuizen, winkelpanden, scholen en arbeiderswoningen. Hij behoorde tot de eerste architecten die in Amsterdam woningen voor arbeiders ontwierpen. Over goede huisvesting voor arbeiders publiceerde hij verschillende artikelen en in de vele lezingen die hij hield, kwam dit onderwerp ook vaak ter sprake. Op zijn vijftigste trok Leliman zich terug als praktiserend bouwkunstenaar. Hij bleef nog wel artikelen schrijven, vergaderingen bezoeken en lezingen geven.
In de negentiende-eeuwse debatten over stijl, waarheid, karakter, esthetiek, onderwijs, ambacht en het vak van architect voerde J.H. Leliman (1828-1910) vaak het hoogste woord.
Hij formuleerde zijn gedachten in een periode waarin nieuwe ontwikkelingen in de bouwkunst ervoor zorgden dat er in Nederland volop werd gepubliceerd en gediscussieerd over de architectuurgeschiedenis, het beroep van architect en het onderwijs. Leliman mengde zich gretig in de debatten die vaak waren geïnitieerd door de nieuwe instituten: de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst en het genootschap Architectura et Amicitia. De ideeën die Leliman daar uitsprak, zijn zeer vooruitstrevend te noemen. Na een studiereis door België en een opleiding in Parijs aan het befaamde atelier van de Franse architect Henri Labrouste, bracht Leliman een nieuwe ontwerp-methode naar Nederland: het eclecticisme. Zijn ideeÎn over deze vrije benadering van de toepassing van stijlelementen zou hij zowel in geschriften en lezingen als in zijn bouwwerken uitdragen. Leliman bleef de buitenlandse ontwikkelingen op de voet volgen. In de eerste Nederlandse tijdschriften voor architecten, Bouwkundige Bijdragen en De Opmerker deed hij verslag van West-Europese bouwkundige ontwikkelingen, archeologische ontdekkingen, prijsvragen, tentoonstellingen, congressen en nieuw verschenen vakliteratuur. Op zijn initiatief werd een driedelig plaatwerk uitgegeven, het Album, Verzameling van bouwkundige schetsen en ontwerpen, waarin met name onuitgevoerde ontwerpen van negentiende-eeuwse Nederlandse architecten waren opgenomen.
Met deze initiatieven wilde Leliman zijn collega-architecten onderwijzen en de uitwisselingen van ideeën bevorderen, bij gebrek aan een Nederlandse opleiding in de bouwkunst. Leliman zette zich in zijn lezingen en publicaties steeds in voor de noodzaak van een goede opleiding tot architect, zoals die in het buitenland al wel bestond. Lelimans gebouwde oeuvre is in vergelijking tot zijn theoretische bijdragen veel minder omvangrijk. Na het winnen van een aantal prijsvragen legde hij zich met name toe op het ontwerpen van woonhuizen, winkelpanden, scholen en arbeiderswoningen. Hij behoorde tot de eerste architecten die in Amsterdam woningen voor arbeiders ontwierpen. Over goede huisvesting voor arbeiders publiceerde hij verschillende artikelen en in de vele lezingen die hij hield, kwam dit onderwerp ook vaak ter sprake. Op zijn vijftigste trok Leliman zich terug als praktiserend bouwkunstenaar. Hij bleef nog wel artikelen schrijven, vergaderingen bezoeken en lezingen geven.