Windturbines, riviergeulen, datacenters. Allerhande transities hebben onmiskenbaar hun invloed op de Nederlandse steden en landschappen. Voor de een symbolen van een nieuwe duurzame toekomst, voor de ander hinderlijke verstoringen van een vertrouwde omgeving. Het is aan de ruimtelijke planning om deze transities ruimtelijk te organiseren. Ze komen boven op de traditionele maar even dringende verstedelijkings- en beschermingsopgaven.
In de twintigste eeuw bouwde Nederland een roemruchte planologische traditie op. Iconische plannen zorgden ervoor dat werkgelegenheid, verkeer en voorzieningen gelijk tred hielden met de groei van de woningbouw. Ze hielden natuurschoon en landbouwgebieden vrij van stedelijke bebouwing.
Nog steeds worden zulke grote, integrale plannen gemaakt. Maar hoe houdbaar is het integrale ruimtelijke plan, nu de opgaven zich opstapelen en het verloop ervan hoogst onvoorspelbaar is? Nu de samenleving meer en meer pluriform wordt en zich niet meer zo gewillig achter één collectief verhaal schaart?
Het boek 'Een plan en dan' is een bewerking van het proefschrift Beweging in het plan, waarmee Peter Paul Witsen promoveerde aan de TU Delft. Hij bepleit een responsieve planningsstijl, dicht op waar de beweging is. Daarmee werpt hij een actueel licht op wat een integraal ruimtelijk plan kan doen en betekenen.
Foto’s van Marieke Kijk in de Vegte en Sabina Theijs verbeelden de verhouding tussen
planning en samenleving: soms bezielend,
soms gespannen.
Windturbines, riviergeulen, datacenters. Allerhande transities hebben onmiskenbaar hun invloed op de Nederlandse steden en landschappen. Voor de een symbolen van een nieuwe duurzame toekomst, voor de ander hinderlijke verstoringen van een vertrouwde omgeving. Het is aan de ruimtelijke planning om deze transities ruimtelijk te organiseren. Ze komen boven op de traditionele maar even dringende verstedelijkings- en beschermingsopgaven.
In de twintigste eeuw bouwde Nederland een roemruchte planologische traditie op. Iconische plannen zorgden ervoor dat werkgelegenheid, verkeer en voorzieningen gelijk tred hielden met de groei van de woningbouw. Ze hielden natuurschoon en landbouwgebieden vrij van stedelijke bebouwing.
Nog steeds worden zulke grote, integrale plannen gemaakt. Maar hoe houdbaar is het integrale ruimtelijke plan, nu de opgaven zich opstapelen en het verloop ervan hoogst onvoorspelbaar is? Nu de samenleving meer en meer pluriform wordt en zich niet meer zo gewillig achter één collectief verhaal schaart?
Het boek 'Een plan en dan' is een bewerking van het proefschrift Beweging in het plan, waarmee Peter Paul Witsen promoveerde aan de TU Delft. Hij bepleit een responsieve planningsstijl, dicht op waar de beweging is. Daarmee werpt hij een actueel licht op wat een integraal ruimtelijk plan kan doen en betekenen.
Foto’s van Marieke Kijk in de Vegte en Sabina Theijs verbeelden de verhouding tussen
planning en samenleving: soms bezielend,
soms gespannen.