Het boek 'Droom van helderheid' laat de ontwikkeling zien van huisstijlen in Nederland tussen 1960 en 1975. In deze periode groeiden huisstijlen uit van een marginaal verschijnsel tot een onmisbaar element in de presentatie van bedrijven en instellingen.
Veel bekende huisstijlen werden ontworpen door de ontwerpbureaus Total Design en Tel Design, pioniers op dit gebied in Nederland, met als belangrijkste vertegenwoordigers respectievelijk Wim Crouwel en Gert Dumbar. Volgens hen waren huisstijlen een vorm van ‘goed ontwerp’ en leverden ze een bijdrage aan het algemeen welzijn. Tegelijkertijd zag met name Total Design huisstijlen ook als een vorm van visuele efficiency, hiermee aansluitend bij de heersende modernistische ontwerpopvattingen en het vooruitgangsgeloof in de jaren zestig.
In de loop van de jaren zeventig zagen bedrijven huisstijlen voornamelijk als een manier om hun imago te verbeteren. Het ook in Nederland actieve Engelse ontwerpbureau Allied International Designers was zich hier al eerder van bewust en profiteerde hiervan. In dit rijk geïllustreerde boek wordt aan de hand van casestudies als KLM (1963), PAM (1965), AH (1966), NS (1968), DSM (1969) en de PTT (1981) onderzocht hoe de ontwikkeling verliep van enkele opvallende huisstijlen en ontwerpbureaus in Nederland. Hierbij wordt veel aandacht besteed aan besluitvormingsprocessen binnen bedrijven en opvattingen van ontwerpers.
Deel 3 in de serie Beeldcultuur in Nederland, een initiatief van het Prins Bernhard Cultuurfonds.
Het boek 'Droom van helderheid' laat de ontwikkeling zien van huisstijlen in Nederland tussen 1960 en 1975. In deze periode groeiden huisstijlen uit van een marginaal verschijnsel tot een onmisbaar element in de presentatie van bedrijven en instellingen.
Veel bekende huisstijlen werden ontworpen door de ontwerpbureaus Total Design en Tel Design, pioniers op dit gebied in Nederland, met als belangrijkste vertegenwoordigers respectievelijk Wim Crouwel en Gert Dumbar. Volgens hen waren huisstijlen een vorm van ‘goed ontwerp’ en leverden ze een bijdrage aan het algemeen welzijn. Tegelijkertijd zag met name Total Design huisstijlen ook als een vorm van visuele efficiency, hiermee aansluitend bij de heersende modernistische ontwerpopvattingen en het vooruitgangsgeloof in de jaren zestig.
In de loop van de jaren zeventig zagen bedrijven huisstijlen voornamelijk als een manier om hun imago te verbeteren. Het ook in Nederland actieve Engelse ontwerpbureau Allied International Designers was zich hier al eerder van bewust en profiteerde hiervan. In dit rijk geïllustreerde boek wordt aan de hand van casestudies als KLM (1963), PAM (1965), AH (1966), NS (1968), DSM (1969) en de PTT (1981) onderzocht hoe de ontwikkeling verliep van enkele opvallende huisstijlen en ontwerpbureaus in Nederland. Hierbij wordt veel aandacht besteed aan besluitvormingsprocessen binnen bedrijven en opvattingen van ontwerpers.
Deel 3 in de serie Beeldcultuur in Nederland, een initiatief van het Prins Bernhard Cultuurfonds.
Het boek gaat over een sleutelperiode in het Nederlandse grafisch design. Wibo Bakker focust terecht op een korte periode, 1960-1975, om de omwenteling in beeld te brengen die het denken over huisstijlen heeft verandert.
Bob Witman in de Volkskrant, 24 September 2011
Niet alleen interessant vanwege de beschrijving van de huisstijlen, maar ook omdat de geschiedenis van drie ontwerpbureaus wordt beschreven.
Nederlands Dagblad, 3 september 2011
Staat bol van interessant en uniek beeldmateriaal. Dit boek is een rijke en zeer lezenswaardige aanwinst voor iedereen die geïnteresseerd is in de ontwikkelingen van huisstijlen en corporate identity in Nederland.
Edo van Dijk in Communicatie, oktober 2011