Net als ontwerpers zoals Friso Kramer, Benno Premsela, en Hein Stolle  drukte Dirk van Sliedregt in de eerste twee decennia vanaf Tweede  Wereldoorlog een stempel op de vormgeving in Nederland. Hij had zich  ontwikkeld van timmerman tot meubelontwerper en interieurarchitect.
Zijn  nuchtere functionele  ontwerpopvatting werd gevoed door religie en  filosofie. Het humane karakter, de dienende kwaliteit en het gebruiksnut  van meubelen, interieurs en gebouwen stonden bij hem voorop. Daarmee  hield hij – in zijn ontwerpen en in zijn docentschap - vast aan het  traditionele, ambachtelijke ontwerpproces, in een periode dat het  industriële massaproduct werd omarmd door de meeste ontwerpers,  fabrikanten en belangenverenigingen. Hij wist een groot publiek te  bereiken met  stoelmodellen die vooral in Goed Wonen kringen werden  gewaardeerd. De combinatie van rotan met staal die Van Sliedregt als  eerste toepaste, exclusief voor de firma Gebroeders Jonkers,  betekende  een belangrijke technische vernieuwing.
 
        Net als ontwerpers zoals Friso Kramer, Benno Premsela, en Hein Stolle drukte Dirk van Sliedregt in de eerste twee decennia vanaf Tweede Wereldoorlog een stempel op de vormgeving in Nederland. Hij had zich ontwikkeld van timmerman tot meubelontwerper en interieurarchitect.
Zijn nuchtere functionele  ontwerpopvatting werd gevoed door religie en filosofie. Het humane karakter, de dienende kwaliteit en het gebruiksnut van meubelen, interieurs en gebouwen stonden bij hem voorop. Daarmee hield hij – in zijn ontwerpen en in zijn docentschap - vast aan het traditionele, ambachtelijke ontwerpproces, in een periode dat het industriële massaproduct werd omarmd door de meeste ontwerpers, fabrikanten en belangenverenigingen. Hij wist een groot publiek te bereiken met  stoelmodellen die vooral in Goed Wonen kringen werden gewaardeerd. De combinatie van rotan met staal die Van Sliedregt als eerste toepaste, exclusief voor de firma Gebroeders Jonkers,  betekende een belangrijke technische vernieuwing.
Nog belangrijker was zijn invloed als docent binnenhuisarchitectuur aan achtereenvolgens de Academie voor Kunst en Industrie (AKI) in Enschede, de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam (GRA) en de Christelijke Academie voor Beeldende Kunsten (CABK) in Kampen, waarvan hij tot 1987 directeur was.