Extra informatie

De intrisieke stad. Onderzoek naar het denkbeeld van de stad Rotterdam | Marina Meeuwisse | 9789090280301

Dubbelklik op de afbeelding voor groot formaat

Uitzoomen
Inzoomen

De intrinsieke stad

Onderzoek naar het denkbeeld van de stad Rotterdam

Auteur:Marina Meeuwisse

ISBN: 978-90-9028030-1

  • Paperback
  • Nederlands
  • 366 pagina's
  • 17 jan. 2014

Psycholoog en fotograaf Marina Meeuwisse is op 20 januari bij de Vrije Universiteit Brussel gepromoveerd op haar onderzoek naar de wijze waarop het idee van een stad zich in de hoofden van de mensen vormt. Ze laat zien dat mensen ongemerkt betekenissen toekennen aan plekken die zij schijnbaar achteloos passeren, die op hun beurt het gedrag beïnvloeden. De resultaten bieden inzicht in hoe het imago en de identiteit van wijken ingrijpend veranderd kunnen worden. Bescheiden ingrepen in de textuur, kleur, materiaalgebruik van de stad op 'ooghoogte' veranderen de betekenis van een plek, aldus Meeuwisse.

De jury prees de oorspronkelijkheid, originaliteit en gedurfdheid van het onderzoek en de werkwijze van Meeuwisse. Marco Florijn, Rotterdamse wethouder werk, inkomen, zorg en bestuur, sprak ook lovende woorden: "De stad wordt door dit onderzoek grijpbaarder. Op dit moment wordt de participatiesamenleving bedacht en ingevoerd terwijl er al zo veel in de praktijk op dit moment gebeurt, iets wat ik in stadswandelingen met Marina heb gezien." Florijn nodigt Meeuwisse uit om haar onderzoek op het stadhuis te presenteren en te bespreken wat het stadsbestuur kan leren bij het maken van beleid, ook in de volgende bestuurlijke periode.

Grote steden kennen kwetsbare wijken met een hardnekkige problematiek, waar ‘leefbaarheid en veiligheid’ onder druk staan. Vaak zijn het ingewikkelde vraagstukken waarbij een soms explosieve combinatie van fysieke, sociale en economische factoren tot grote problemen kan leiden. Oplossingen voor deze vraagstukken vragen om inzicht in de factoren die de samenhang tussen de gebouwde stad en stedelijke cultuur verklaren. Meeuwisse: “Er is weinig fundamenteel interdisciplinair onderzoek gedaan naar de relatie tussen de stedelijke inrichting in de stad en stedelijke cultuur, de sociale texturen in een stad. Bovendien is er spraakverwarring tussen makers en denkers: de ontwerp- en sociale disciplines hanteren begrippen en concepten die voor meerdere uitleg vatbaar zijn en vanuit een wetenschappelijk oogpunt onderling niet uitwisselbaar zijn. De resultaten van het onderzoek bieden politici, bestuurders, ontwerpers en sociaal wetenschappers een handelingskader en concrete richtlijnen voor een geïntegreerde, agogische aanpak van stedelijke vraagstukken.” Marco Florijn benoemt het als volgt: “Visual priming als onderzoeksmethode kan bijdragen aan het beeld dat wij ons als bestuurders kunnen vormen van de werkelijkheid.”

Psycholoog en fotograaf Marina Meeuwisse is op 20 januari bij de Vrije Universiteit Brussel gepromoveerd op haar onderzoek naar de wijze waarop het idee van een stad zich in de hoofden van de mensen vormt. Ze laat zien dat mensen ongemerkt betekenissen toekennen aan plekken die zij schijnbaar achteloos passeren, die op hun beurt het gedrag beïnvloeden. De resultaten bieden inzicht in hoe het imago en de identiteit van wijken ingrijpend veranderd kunnen worden. Bescheiden ingrepen in de textuur, kleur, materiaalgebruik van de stad op 'ooghoogte' veranderen de betekenis van een plek, aldus Meeuwisse.

De jury prees de oorspronkelijkheid, originaliteit en gedurfdheid van het onderzoek en de werkwijze van Meeuwisse. Marco Florijn, Rotterdamse wethouder werk, inkomen, zorg en bestuur, sprak ook lovende woorden: "De stad wordt door dit onderzoek grijpbaarder. Op dit moment wordt de participatiesamenleving bedacht en ingevoerd terwijl er al zo veel in de praktijk op dit moment gebeurt, iets wat ik in stadswandelingen met Marina heb gezien." Florijn nodigt Meeuwisse uit om haar onderzoek op het stadhuis te presenteren en te bespreken wat het stadsbestuur kan leren bij het maken van beleid, ook in de volgende bestuurlijke periode.

Grote steden kennen kwetsbare wijken met een hardnekkige problematiek, waar ‘leefbaarheid en veiligheid’ onder druk staan. Vaak zijn het ingewikkelde vraagstukken waarbij een soms explosieve combinatie van fysieke, sociale en economische factoren tot grote problemen kan leiden. Oplossingen voor deze vraagstukken vragen om inzicht in de factoren die de samenhang tussen de gebouwde stad en stedelijke cultuur verklaren. Meeuwisse: “Er is weinig fundamenteel interdisciplinair onderzoek gedaan naar de relatie tussen de stedelijke inrichting in de stad en stedelijke cultuur, de sociale texturen in een stad. Bovendien is er spraakverwarring tussen makers en denkers: de ontwerp- en sociale disciplines hanteren begrippen en concepten die voor meerdere uitleg vatbaar zijn en vanuit een wetenschappelijk oogpunt onderling niet uitwisselbaar zijn. De resultaten van het onderzoek bieden politici, bestuurders, ontwerpers en sociaal wetenschappers een handelingskader en concrete richtlijnen voor een geïntegreerde, agogische aanpak van stedelijke vraagstukken.” Marco Florijn benoemt het als volgt: “Visual priming als onderzoeksmethode kan bijdragen aan het beeld dat wij ons als bestuurders kunnen vormen van de werkelijkheid.”

Meeuwisse heeft haar onderzoek in Rotterdam gedaan met behulp van sociale fotografie en technieken uit de psychiatrie, visuele antropologie, ontwerpdisciplines en de cognitieve psychologie. Door na te gaan op welke manier een ‘denkbeeld’ van de stad in de hoofden van mensen tot stand komt, blijkt dat non-formele en informele leerprocessen hieraan ten grondslag liggen. Dat zijn vormen van leren waarbij geen expliciete aandacht is voor kennisoverdracht. De termen verwijzen naar alle vormen van leren die in het dagelijks leven plaatsvinden, elke ontmoeting, elke ervaring kan daarvan deel uitmaken. De hersenstructuren die zulke toevallig geleerde kennis opslaan zijn niet 'on speaking terms' met de hersenstructuren waarin we formele aangeleerde kennis opslaan. Ook blijkt dat ons geheugen geen onderscheid kan maken tussen feit en fictie en dat de media impliciet bijdraagt aan 'de stad als denkbeeld'. Daarom is een nieuw concept aan het onderzoeksdomein toegevoegd: 'de intrinsieke stad'. Dat is een gedroomde stad die geen fysieke bodem heeft en bestaat uit werkelijk ervaren gebeurtenissen en niet werkelijk ervaren gebeurtenissen: verhalen van anderen, verhalen uit de media.

Recent bekeken