Deze omvangrijke en rijk geïllustreerde publicatie ontsluit het fijnmazige netwerk van intensieve relaties tussen Nederland en het Bauhaus.
In 2019 is het honderd jaar geleden dat het Bauhaus werd opgericht, de revolutionaire kunst- en ontwerpschool waarvan de invloed nog steeds voelbaar is. De baanbrekende uitgangspunten van de opleiding hebben ook in Nederland nadrukkelijk weerklank gevonden in architectuur, vormgeving en het ontwerponderwijs.
Al vóór de oprichting zijn H.P. Berlage, Mathieu Lauweriks en Johan Thorn Prikker lid van de Deutsche Werkbund. De opvattingen van deze organisatie over de samenwerking tussen kunstenaars, architecten en de industrie vormden een belangrijke inspiratiebron voor het Bauhaus. Maar ook het tijdschrift De Stijl werd door docenten en studenten aan het Bauhaus gelezen en de De Stijl-leden Theo van Doesburg en J.J.P. Oud onderhielden nauwe contacten met het Bauhaus. Via een netwerk van personen, tentoonstellingen, tijdschriften, congressen, onderwijs en werkplaatsen verspreidde het gedachtegoed van het Bauhaus zich verder en na de sluiting van de opleiding in 1933 werden meerdere voormalige studenten en docenten actief in Nederland.
Onder redactie van Mienke Simon Thomas en Yvonne Brentjens beschrijven 21 auteurs uit Nederland en Duitsland elk een ander facet binnen de periode vanaf de oprichting in 1919 tot 1968 - het jaar waarin het Stedelijk Museum in Amsterdam de eerste retrospectieve Bauhaustentoonstelling organiseerde.
Deze omvangrijke en rijk geïllustreerde publicatie ontsluit het fijnmazige netwerk van intensieve relaties tussen Nederland en het Bauhaus.
In 2019 is het honderd jaar geleden dat het Bauhaus werd opgericht, de revolutionaire kunst- en ontwerpschool waarvan de invloed nog steeds voelbaar is. De baanbrekende uitgangspunten van de opleiding hebben ook in Nederland nadrukkelijk weerklank gevonden in architectuur, vormgeving en het ontwerponderwijs.
Al vóór de oprichting zijn H.P. Berlage, Mathieu Lauweriks en Johan Thorn Prikker lid van de Deutsche Werkbund. De opvattingen van deze organisatie over de samenwerking tussen kunstenaars, architecten en de industrie vormden een belangrijke inspiratiebron voor het Bauhaus. Maar ook het tijdschrift De Stijl werd door docenten en studenten aan het Bauhaus gelezen en de De Stijl-leden Theo van Doesburg en J.J.P. Oud onderhielden nauwe contacten met het Bauhaus. Via een netwerk van personen, tentoonstellingen, tijdschriften, congressen, onderwijs en werkplaatsen verspreidde het gedachtegoed van het Bauhaus zich verder en na de sluiting van de opleiding in 1933 werden meerdere voormalige studenten en docenten actief in Nederland.
Onder redactie van Mienke Simon Thomas en Yvonne Brentjens beschrijven 21 auteurs uit Nederland en Duitsland elk een ander facet binnen de periode vanaf de oprichting in 1919 tot 1968 - het jaar waarin het Stedelijk Museum in Amsterdam de eerste retrospectieve Bauhaustentoonstelling organiseerde.