Extra informatie

De briefwisseling tussen Theo van Doesburg en Cornelis van Eesteren 1922-1931 | Sjoerd van Faassen, Herman van Bergeijk | 9789090363493 | RODE HARING

Dubbelklik op de afbeelding voor groot formaat

Uitzoomen
Inzoomen

€ 32,50

Direct uit voorraad leverbaar

De briefwisseling tussen Theo van Doesburg en Cornelis van Eesteren 1922-1931

'Onze pénétratie was sterker als jij in je laatste brief vermoedt’

Auteur:Sjoerd van Faassen, Herman van Bergeijk

Uitgever:RODE HARING

ISBN: 9789090363493

  • Paperback
  • Nederlands
  • 304 pagina's
  • 21 okt. 2022

In mei 1922 ontmoette beginnend architect Cornelis van Eesteren in Weimar Theo van Doesburg. Van Eesteren maakte een reis door Duitsland, Tsjechoslowakije en Scandinavië om baksteenarchitectuur te bestuderen. Van Doesburg, die architectonische ambities had maar vakkennis miste, zag meteen in dat de nog ontvankelijke Van Eesteren hem goede diensten zou kunnen bewijzen. Samen werkten ze in 1923 aan een drietal ontwerpen. voor de tentoonstelling Les Architectes du Groupe 'de Styl' die dat jaar in Parijs zou worden gehouden. Van Eesteren deed achteraf in enkele Franse bladen voorkomen alsof Van Doesburg bij dit project niet meer dan een 'collaborateur' was geweest. 'Ik zag toen dat van geen pénétrante samenwerking nog sprake was,' schreef Van Doesburg verontwaardigd. Van Eesteren trachtte de boel te sussen door in zijn antwoordbrief te beweren: 'Onze pénétratie was sterker als jij in je laatste brief vermoedt. Terwijl ik zoo in één moment nogmaals alles beleefde wat we gemaakt hebben; en het daarmede weer eens overnam, is onze verhouding me veel klaarder geworden.' De conflicten over het auteurschap van hun ontwerpen en de theoretische artikelen die Van Doesburg publiceerde, bleven echter de kop op steken, en vergiftigden de relatie blijvend. Pogingen van Van Doesburg de samenwerking uit te bouwen, liepen dood. Door wat hij zag als tegenwerking, niet alleen van Van Eesteren, maar ook van zijn voormalige Stijl-collega's, bewoog Van Doesburgs gemoedstoestand zich van grote woede, via telkens herhaalde verzoeningspogingen, naar berusting.. De correspondentie tussen Van Doesburg en Van Eesteren documenteert daarmee een cruciale periode in Van Doesburgs leven, waarin hij steeds meer alleen kwam te staan.

In mei 1922 ontmoette beginnend architect Cornelis van Eesteren in Weimar Theo van Doesburg. Van Eesteren maakte een reis door Duitsland, Tsjechoslowakije en Scandinavië om baksteenarchitectuur te bestuderen. Van Doesburg, die architectonische ambities had maar vakkennis miste, zag meteen in dat de nog ontvankelijke Van Eesteren hem goede diensten zou kunnen bewijzen. Samen werkten ze in 1923 aan een drietal ontwerpen. voor de tentoonstelling Les Architectes du Groupe 'de Styl' die dat jaar in Parijs zou worden gehouden. Van Eesteren deed achteraf in enkele Franse bladen voorkomen alsof Van Doesburg bij dit project niet meer dan een 'collaborateur' was geweest. 'Ik zag toen dat van geen pénétrante samenwerking nog sprake was,' schreef Van Doesburg verontwaardigd. Van Eesteren trachtte de boel te sussen door in zijn antwoordbrief te beweren: 'Onze pénétratie was sterker als jij in je laatste brief vermoedt. Terwijl ik zoo in één moment nogmaals alles beleefde wat we gemaakt hebben; en het daarmede weer eens overnam, is onze verhouding me veel klaarder geworden.' De conflicten over het auteurschap van hun ontwerpen en de theoretische artikelen die Van Doesburg publiceerde, bleven echter de kop op steken, en vergiftigden de relatie blijvend. Pogingen van Van Doesburg de samenwerking uit te bouwen, liepen dood. Door wat hij zag als tegenwerking, niet alleen van Van Eesteren, maar ook van zijn voormalige Stijl-collega's, bewoog Van Doesburgs gemoedstoestand zich van grote woede, via telkens herhaalde verzoeningspogingen, naar berusting.. De correspondentie tussen Van Doesburg en Van Eesteren documenteert daarmee een cruciale periode in Van Doesburgs leven, waarin hij steeds meer alleen kwam te staan.

Recent bekeken