Extra informatie

Bouwen voor de kunst? Museum architectuur van Centre Pompidou tot Tate Modern | Wouter Davidts | 9789076714288

Dubbelklik op de afbeelding voor groot formaat

Uitzoomen
Inzoomen

Bouwen voor de kunst?

Museum architectuur van Centre Pompidou tot Tate Modern

Auteur:Wouter Davidts

Uitgever:A&S/books

ISBN: 978-90-7671-428-8

  • Paperback
  • Nederlands
  • 430 pagina's
  • 22 mei 2006

Hoewel musea behoren tot de meest prestigieuze en belangrijke opdrachten voor de hedendaagse architectuurdiscipline, is er tot op heden geen substantieel architectuurtheoretisch discours over museum architectuur. De denkbeelden die in discussies gehanteerd worden zijn vaak simplistisch en reductief, zoals het dogma dat musea 'voor de kunst' dienen gebouwd te worden.

In het boek Bouwen voor de Kunst? nuanceert en ontkracht Wouter Davidts deze stelling. Hij toont aan dat de tendens om het museum onmiddellijk in termen van gebouw te denken de problematiek van museumarchitectuur herleidt tot de de relatie kunst en architectuur, de complexiteit van het architectuurprogramma van het museum verloochent en de rol van het institutioneel raamwerk onderschat.

Davidts kiest niet voor een architectuurkritische discussie van recente musea, maar voor een architectuur- en kunsttheoretische studie van het instituut museum. Het statement dat musea voor de kunst gebouwd dienen te worden, wordt doorgelicht via een analyse van een reeks artistieke praktijken die een kritisch onderzoek hebben gevoerd naar de plaats van de kunst in het museum (Minimal art, Daniel Buren, Robert Smithson, Gordon Matta-Clark en de Alternative Spaces Movement).

Hoewel musea behoren tot de meest prestigieuze en belangrijke opdrachten voor de hedendaagse architectuurdiscipline, is er tot op heden geen substantieel architectuurtheoretisch discours over museum architectuur. De denkbeelden die in discussies gehanteerd worden zijn vaak simplistisch en reductief, zoals het dogma dat musea 'voor de kunst' dienen gebouwd te worden.

In het boek Bouwen voor de Kunst? nuanceert en ontkracht Wouter Davidts deze stelling. Hij toont aan dat de tendens om het museum onmiddellijk in termen van gebouw te denken de problematiek van museumarchitectuur herleidt tot de de relatie kunst en architectuur, de complexiteit van het architectuurprogramma van het museum verloochent en de rol van het institutioneel raamwerk onderschat.

Davidts kiest niet voor een architectuurkritische discussie van recente musea, maar voor een architectuur- en kunsttheoretische studie van het instituut museum. Het statement dat musea voor de kunst gebouwd dienen te worden, wordt doorgelicht via een analyse van een reeks artistieke praktijken die een kritisch onderzoek hebben gevoerd naar de plaats van de kunst in het museum (Minimal art, Daniel Buren, Robert Smithson, Gordon Matta-Clark en de Alternative Spaces Movement). De inzichten uit de doorlichting van de ruimtelijke en architecturale démarches van deze kunstenaars dient vervolgens als theoretisch kader voor de analyse van de verschuiving in het architectuurprogramma tussen het Centre Pompidou en Tate Modern. Davidts toont aan hoe deze verschuiving - van de de gebouwde naar de verbouwde fabriek - leidt tot enkele cruciale wijzigingen in de vertaling van het institutionele programma van het museum voor hedendaagse kunst - het fantasma van het museum als werkplaats - tot architectuuropdracht.

In Bouwen voor de Kunst? toont Davidts overtuigend aan dat het museum geen thuis voor de kunst levert, maar een scène waarop kunstwerken een ander leven leiden dan dat van het 'authentieke' moment van hun productie, om elders aan betekenis te winnen.

Recent bekeken