Het landschap van West-Nederland is het resultaat van een eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur. Ook het gebied rond de Schie, tussen Delft, Schiedam en Rotterdam, is een oud landschap. Dat begon al ruim vóór onze jaartelling toen de eerste mensen zich in deze streek vestigden. In de vroege middeleeuwen was de Schie slechts een veenriviertje. Tussen 1000 en 1200 werden de woeste veengronden ontgonnen tot een agrarisch cultuurlandschap. Na deze grote ontginning diende de Schie als afwateringskanaal, maar ook als vaarverbinding tussen de opkomende steden. In de Gouden Eeuw werd het een trekvaartroute en een vaarweg voor de binnenvaart. Het omringende landschap veranderde al die eeuwen mee.
Door de uitstekende bereikbaarheid van het waterrijke gebied kwamen de steden op. De concurrenten Schiedam, Delft en Rotterdam groeven kanalen om zichzelf de beste positie in het Hollandse handelsnetwerk te verschaffen. De steden begonnen aan een periode van ongekende groei. Stadsuitbreidingen schoven steeds verder over het oude cultuurlandschap heen. Agrarisch gebruik maakte plaats voor recreatie, cultuurgebieden werden ten slotte omgevormd tot 'nieuwe' natuur. De cirkel lijkt weer rond.
De 'Atlas van de Schie' vertelt met oude én nieuwe kaarten het verhaal hoe een kanaaltje in het nog praktisch onbevolkte Holland een vaarweg werd in het sterkst verstedelijkte deel van Nederland. Al 2500 jaar werkt en sleutelt men aan landschap en infrastructuur, en dat zal men blijven doen. Het is nooit af.
Het landschap van West-Nederland is het resultaat van een eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur. Ook het gebied rond de Schie, tussen Delft, Schiedam en Rotterdam, is een oud landschap. Dat begon al ruim vóór onze jaartelling toen de eerste mensen zich in deze streek vestigden. In de vroege middeleeuwen was de Schie slechts een veenriviertje. Tussen 1000 en 1200 werden de woeste veengronden ontgonnen tot een agrarisch cultuurlandschap. Na deze grote ontginning diende de Schie als afwateringskanaal, maar ook als vaarverbinding tussen de opkomende steden. In de Gouden Eeuw werd het een trekvaartroute en een vaarweg voor de binnenvaart. Het omringende landschap veranderde al die eeuwen mee.
Door de uitstekende bereikbaarheid van het waterrijke gebied kwamen de steden op. De concurrenten Schiedam, Delft en Rotterdam groeven kanalen om zichzelf de beste positie in het Hollandse handelsnetwerk te verschaffen. De steden begonnen aan een periode van ongekende groei. Stadsuitbreidingen schoven steeds verder over het oude cultuurlandschap heen. Agrarisch gebruik maakte plaats voor recreatie, cultuurgebieden werden ten slotte omgevormd tot 'nieuwe' natuur. De cirkel lijkt weer rond.
De 'Atlas van de Schie' vertelt met oude én nieuwe kaarten het verhaal hoe een kanaaltje in het nog praktisch onbevolkte Holland een vaarweg werd in het sterkst verstedelijkte deel van Nederland. Al 2500 jaar werkt en sleutelt men aan landschap en infrastructuur, en dat zal men blijven doen. Het is nooit af.